Verlangen naar de toekomst – #200

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Dik Mook
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook

“Maar míjn vader heeft handen die jeuken”. Mijn broer was 5 toen hij deze uitspraak deed in de hitte van een ‘opschep-escalatie’ over wat vaders allemaal konden. En hij had gelijk, want mijn vader zei vaak dat zijn handen jeukten om aan een of andere misstand wat te doen; ja hij had een toekomstvisie die wel wat ‘jeukende handen’ kon gebruiken. 

In die tijd, ik ben flink wat ouder dan mijn broer, kreeg ik van mijn vader een grote kalender met illustraties van het New Babylon project van kunstenaar Constant Nieuwenhuys. Als 20 jarige was ik direct gefascineerd door dit utopische gedachtegoed van hem. Hij zocht naar een manier van leven die niet door de woonomgeving bepaald werd, maar dat de mens, het menselijke, weer leidend wordt in de wereld. Hij zei daarover: “Alles moet mogelijk blijven, alles moet kunnen gebeuren, de omgeving wordt gecreëerd door de activiteiten van het leven en niet andersom”.
Hij creëerde transparante woon-werk ruimtes op grote hoogte, ver verheven boven de oude wereld waar isolatie, gevangenschap in werk en gezin, de norm was. Het moest een dynamisch labyrint worden dat voortdurend hervormd en aangepast kan worden door haar bewoners.  De ‘Homo Ludens’ zou zich hier daadwerkelijk kunnen ontwikkelen. Hij noemde het De Oneindige Stad en zei vaak “na ons de vrijheid”, als tegenhanger tegen de negatieve uitdrukking ‘na ons de zondvloed’. Handen uit de mouwen dus.
Het maakte in mij een verlangen naar een toekomst wakker waarin ieder mens spelend zijn creativiteit en kwaliteiten zou ontdekken i.p.v. een gesloten perspectief van school en winstbejag.

Ik vroeg mij intussen af wat het verband zou kunnen zijn tussen het Babylon uit de bijbel en Constants New Babylon. In de bijbel loopt het niet goed af met Babel en haar torenbouw, omdat men elkaar niet meer begrijpt, ruzie krijgt en wegloopt. “Laten we naar hen toegaan en spraakverwarring onder hen teweeg brengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan. God verspreidde hen vandaar over de hele aarde, en de bouw van de stad werd gestaakt”, staat er in het eerste bijbelboek Genesis. Als kind vond ik het al jammer dat de meeste mensen in de wereld elkaar niet konden verstaan en ik zag alleen maar haat en onbegrip, juist door die verschillende talen. Verderop in de bijbel wordt duidelijk dat het hier waarschijnlijk om zogenaamde ‘Zigourats’ ging, die zo’n 2000 jaar voor Christus werden gebouwd. Het waren hoge bouwwerken met op de top een grote tempel, waar aanbidding voor goden en seks met elkaar verweven waren; altijd een moeilijk thema geweest voor veel mensen en ook voor Joden en Christenen. Voor machthebbers zijn echt vrije mensen, mensen die zich niet laten opsluiten in systemen, altijd een gruwel geweest; daar hadden ze geen grip op. Misschien was dit Babel niet een gruwel maar een mooi menselijk toekomstperspectief! En in dat aspect van de vrije mens van Babylon zag Constant een toekomst zonder leiders wier macht stoelt op geweld en geld. Een wereld waarin mensen zich niet afsluiten voor anderen maar open met elkaar leven, dicht bij een god die ons vrijheid geeft en niet bij een machtige, oordelende en straffende god.

In beide Babylons speelt het werken aan een mooie stad, een open wereld, een heel belangrijke rol. Je kan het niet van bovenaf creëren, er moet aan gebouwd worden, er komt veel creatieve energie aan te pas; werk aan de winkel. Verlangen naar een betere wereld is niet genoeg. Handen (die jeuken) uit de mouwen. En in vertrouwen met elkaar aan die mooie toekomst werken. Zo wordt het niet míjn toekomst waar ìk aan werk, maar de toekomst van ons allen. Het denken in míjn toekomst is een van de belangrijke oorzaken van de huidige milieucrisis.
Als ik naar kinderen kijk, dan zie ik dat verlangen naar een gezamenlijke toekomst op zo’n natuurlijke manier aanwezig. Ze manipuleren niet; dat doen ze pas als ze zich moeten aanpassen aan de volwassen wereld van orde en fatsoen. Ze zijn creatief in oplossingen vinden voor problemen; daar houden ze pas mee op als volwassen vaak genoeg gezegd hebben dat ‘dat’, zus of zo, nu eenmaal niet kan. Ze zijn open voor alle vriendschappen; daar houden ze pas mee op als volwassenen ze weghouden bij bepaalde kinderen. Kinderen imiteren volwassenen omdat ze dat wel moeten.

Ik kijk dus reikhalzend uit naar de toekomst; een toekomst waarvan ik weet dat ik die nooit zal zien, maar zeker weet dat die zal komen. Een wereld waarin we zat zijn van de macht van geld en dwang, van haat en angst. Een wereld waarin vrij zijn betekent dat we tijd en ruimte hebben om ons om elkaar te bekommeren. En die toekomst kan ik voor me zien omdat alle tekenen er op wijzen; van steeds sterker bewustzijn bij grote groepen mensen van hoe de wereld nu nog in elkaar zit, namelijk gebaseerd op macht en geld. In Babylon is dat voorbij; daar wordt een vrije stad gebouwd met een tempel er bovenop die het goddelijke niet monopoliseert ten bate van een kleine groep, maar openheid biedt voor elk mens. In dat Babylon vallen betonnen muren en barrières weg en leven mensen transparant en in vertrouwen. En eenmaal met zo’n stad begonnen, is het hek van de vrijheid van de dam.

Ja, met (New) Babylon kan je twee kanten op; het kan prachtig worden maar ook misbruikt en gebruikt voor eigenbelang. Net als de jeukende handen van mijn vader… natuurlijk kwam de juf van mijn broer al snel op huisbezoek om te kijken of die jeukende handen niet misbruikt werden, om hem te slaan. En het zal ook nog wel even duren voor dat iedereen inziet dat eigenbelang zich uiteindelijk tegen jezelf keert; Dat inzicht groeit snel. En natuurlijk zullen onze handen moeten gaan jeuken om te zorgen dat dàt Babylon er komt; zonder jeukende handen gebeurt er niks.
Ik verlang naar de toekomst, ook al zal ik díe toekomst nooit zien.

gepubliceerd op 14 september 2021



Alle columns