Wie begint te lezen in “Grondtonen” van Froukje Giltay ontmoet een dwarse poëte. Het eerste gedicht kreeg als opschrift “Ontkenning”:. Op geleide van de bundeltitel ‘Grondtonen’ verwacht je van de vrouw die als violiste bekendheid genoot, existentiële noten; muziek in taal vertaald. Die verwachting wordt zeker ingelost, en wel op een verrassende manier. In het kader van de verwachte bestaansverheldering ben je geneigd “Ontkenning” te verbinden met de ontkenning van God, met het atheïsme dat, hoewel het meekleurt met de cultuur waarin het zich voordoet, altijd een ontkenning inhoudt van een werkelijkheid die ons te boven gaat en eisen aan ons stelt. Maar daarover gaat het niet. De ontkenning bij Giltay betreft niet God, maar het eigen bestaan, de illusie van “wat ik dacht te zijn”. In contrast daarmee wordt beaamd hetgeen de “ik” zich niet kan toeëigenen en wat niettemin de mens begeleidt in zijn ontwikkeling. Om dat proces weer te geven begint elke strofe, die uitloopt op “dat ben ik niet”, met een regel die de “ik” ontgrendelt. Er wordt beaamd en ontkend.
“Wat mij aanblaast
en doortrilt …
wat mij verlicht …
wat in mij blijft …
wat ik niet ben …
De dwarsheid, het haaks staan op het doorgeschoten individualisme van de eigentijdse cultuur doortrekt de gehele bundel; daarin spreekt een mens aan wie het “bloedende wereldnieuws” niet voorbijgaat.
Wie de bundel met aandacht leest zal er door worden opgetild, niet omdat blijmoedigheid je van de bladzijden toestraalt, maar omdat je begint te begrijpen hoe de dichteres zich heeft laten genezen door de woorden die tot haar kwamen.
Als motto van haar bundel koos Giltay een tekst van Joannes van het Kruis: “Het donker is mij licht genoeg”. Zij zegt daar zelf over (in een weekend bij de Woodbrookers in Barchem): “Deze woorden betekenen voor mij dat het donker licht genoeg bevat om de werkelijkheid niet uit het oog te verliezen. Dat nu behoort tot de kern van mijn levensbeschouwing waaraan ik trouw wil blijven. De werkelijkheid niet uit het oog verliezen hoe moeilijk dat ook mag zijn en hoe groot de verleiding af en toe de ogen maar te sluiten.” Giltay is wars van mystiek!
Wie stille leesarbeid niet schuwt zal met haar leren dat
“diep verdriet en groot geluk
onscheidbaar zijn verweven”.
Deze regels staan in “IN MEMORIAM VASALIS” met wie Giltay zich verwant zal weten.
Moge de bundel “Grondtonen” als ‘Tonica’ (titel van het tweede gedicht) binnenkomen bij wie de gedichten wil overdenken.
gepubliceerd op 17 januari 2013