De Zeven Hoofdzonden, Hebzucht #246

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Christian Modehn
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: De zeven Hoofdzonden, Hebzucht

Mijn hebzucht, onze hebzucht…

Ook ik ben hebzuchtig en inhalig. Het zou een leugen zijn om dat te ontkennen. Waarschijnlijk is iedereen hebzuchtig – behalve Boeddha, Jezus, Franciscus van Assisi, Gandhi…
Een tamelijk onschuldig voorbeeld: ik wilde vroeger steeds meer boeken, steeds meer eerste drukken kopen, dure fotoboeken en de volledige werken van theologen en filosofen. Om dat allemaal te kunnen betalen, moest ik meer werken dan nodig was. Wie te veel werkt, heeft weinig tijd voor vrienden en onbekenden, weinig tijd om anderen hulpvaardig terzijde te staan. Hebzucht is, zoals de naam al zegt, een zucht, een verslaving, en een verslaving is een ziekte.
Tegenwoordig weet ik: hebzucht is in geen enkel opzicht een natuurlijke aandrang om goed te kunnen overleven. Hebzucht is de dwangmatige behoefte om steeds meer tot consument te worden. Met deze verslaving moet de eigen innerlijke leegte verdoezeld worden, zeggen psychologen. Ze hebben gelijk. Hebzucht is niet de mooie, ‘donkere kant’ van mijn kleine ‘ik’. Wanneer ik over hebzucht nadenk, moet ik het hebben over mijn afhankelijkheid van wat waarde heeft en van wat waardeloos is in onze maatschappij en economie. Al het andere is naïef.

‘Geiz ist geil, gierigheid is geweldig’, is een populaire slogan in Duitsland. Maar gierigheid is absoluut geen ‘sexy deugd’. Gierigheid is de keerzijde van hebzucht: wie gierig is, spaart niet voor iets bepaalds, hij spaart omwille van het sparen. De steeds grotere hoeveelheid geld leidt echter niet tot een betere kwaliteit van leven.
Degenen die hebzuchtig en gierig zijn, zijn overgeleverd aan de algemene ‘waarden’ van onze cultuur, zeg maar het dogma van de voortdurende economische groei van de rijke landen. Onze ‘cultuur’ wordt al eeuwenlang gekarakteriseerd door het voortdurende meer willen hebben. Want wat is het Europese kolonialisme, altijd gepaard gaand met slavernij, anders dan dat? Wij maken deel uit van de neoliberale, hebzuchtige wereldeconomie, die de armen in het zuiden van deze wereld steeds armer maakt. Kerkelijke groepen beroepen zich op hun leermeester Jezus van Nazareth en moeten zich daarom aan zelfkritiek onderwerpen. Ook de kerkelijke ‘wereldmissie’ was een uitdrukking van vrome hebzucht: de kerken wilden wereldwijd steeds meer mensen als leden ‘hebben’, talrijker zijn dan de moslims. In Duitsland kunnen de twee grote kerkgenootschappen geen afstand doen van hun hebzucht. Ze leven graag van de jaarlijks 12,5 miljard euro (sic) kerkbelasting. Het geld komt vooral van mensen die helemaal geen spirituele binding meer met de kerken hebben.
Leermeester Jezus veroordeelt de hebzucht duidelijk, staat er in het Lucas-evangelie: ‘Hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ (hoofdstuk 12, vers 15.) Wie hebzuchtig is kan dus niet humaan leven, als je leven in empathische zin opvat. Hebzucht leidt tot de geestelijke, spirituele dood, daar denken ook de klassieke theologen aan wanneer ze het over hoofdzonden hebben. Alle zogeheten hoofdzonden worden overigens in het Nieuwe Testament genoemd en veroordeeld!
De vrijheid van de remonstranten maakt het mogelijk dat ik als remonstrant zonder terughoudenheid het oeroude begrip hoofdzonde nog kan gebruiken. Maar alleen als ik het vertaal als ‘schadelijke, dodelijke morele misstap’. Hebzucht doodt mijn en onze kritische geest, de zelfkritiek en de maatschappijkritiek.
Ten tijde van mijn ‘boeken-hebzucht’ kocht ik de 10 delen van de complete werken van Erich Fromm, de psychotherapeut en filosoof. In deel 2 kon ik me verdiepen in het basiswerk Een kwestie van hebben of zijn, dat ik met mijn vriend besprak, die zich veel met Erich Fromm heeft beziggehouden. Erich Fromm laat zien: wie de zucht om over steeds meer goederen te beschikken overwint, komt uit bij het ‘zijn’, als de volheid van een geleefd leven. ‘Zijn’ is het gemeenschappelijke leven, waar het gaat om genereus zijn, vrijgevigheid, solidariteit en deemoed. Grote woorden! Dat weet Erich Fromm. Daarom benadrukt hij in zijn boek hartstochtelijk: ‘Inzicht dat losstaat van de praktijk, blijft zonder effect.’

(Vertaald uit het Duits door Herman Vinckers)

gepubliceerd op 1 november 2022



Alle columns