De kunst van het ongelukkig zijn

door Joost Röselaers

De actieve filosofiegroep van Vrijburg bespreekt dit jaar het boek ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ van Dirk de Wachter, een Belgische psychiater. Volgens De Wachter zijn we in de westerse wereld doorgeschoten in ons streven om gelukkig te zijn, en om alles maar leuk te vinden. Dirk de Wachter heeft als psychiater – in Nederland is het niet anders – eindeloze wachtlijsten. Deze mensen komen bij hen, omdat ze niemand anders hebben om over hun ongeluk te spreken. Het ongelukkig zijn wordt niet meer gedragen in onze westerse wereld, het wordt ondergebracht bij de therapeut. Vaak hoor ik: ‘Dokter, met u kan ik spreken, u bent de eerste en enige aan wie ik dit heb verteld.’ Dan denk ik: Dit is mijn taak, maar het is niet goed dat we alleen tegen betaling over verdriet kunnen praten.

Vorige maand mocht ik in gesprek gaan met Dirk de Wachter voor het programma Jacobine (het wordt in januari uitgezonden). Ik mocht de uitdager zijn en ik noemde een observatie van een lid van de filosofiegroep: de kerk is een ruimte, waar je mag spreken over verdriet. Over kwetsbaarheid. Hier mag je rouwen en mag je er de tijd voor nemen. Hier is in pastoraat, gespreksgroepen en diensten ruimte voor de keerzijde, voor verdriet dat niet overgaat. En natuurlijk is de kerk er niet in plaats van psychiaters, er is ook veel wat wij niet kunnen en waar we niet gespecialiseerd in zijn. Maar wij staan wel in een traditie, en worden geïnspireerd door verhalen die ons een eerlijk beeld voorhouden van de mens. In Psalm 139 staat geschreven: God, U kent mij, U doorziet mij, U kent mijn gedachten. En met die ogen kijken wij naar elkaar.

De Wachter was het overigens volstrekt met mij eens: hij ziet een link tussen de secularisatie en de wachtlijsten bij psychiaters. Er is een lege plek ontstaan in de samenleving. Een plek waar wij met aandacht omgaan met elkaar en met de mensen die onze aandacht nodig hebben. Dat is de kern van ons kerk-zijn. En daar eindigt De Wachter ook zijn boek mee: dit is de kern van het mens-zijn. Er zijn voor elkaar: doo2r alle kwetsbaarheid en ongeluk heen.

Het onder ogen zien van de onrechtvaardigheid van de wereld is een voorwaarde om als mens te bestaan. Het zich zelfgenoegzaam terugtrekken in een waan dat alles in orde is, is niet wat ik zou noemen ‘bestaan’. De ‘verborgen tranen van de wereld’ (ik citeer Emmanuel Levinas) niet zien is niet normaal. Armoede, geweld, mishandeling, de miserie van vluchtelingen en de klimaatproblematiek zien en vervolgens tot engagement overgaan is de ware zin van het bestaan. Om dat te kunnen doen moet je het eerst zien, en er een beetje ongelukkig door zijn, dat klopt.

gepubliceerd op 1 januari 2020



Alle columns