Blog 75 ‘Liefde in tijden van Corona’ – bijdrage van Joep de Valk

door Joost Röselaers

Pinksteren: durf je te richten op Gods liefde.

Tien dagen voor het Pinksterfeest was het nog Hemelvaart. Volgens de bijbel verdween Jezus toen voorgoed uit het zicht van zijn volgelingen. Zij stonden er nu alleen voor. Na de verschrikking van Goede Vrijdag was er met Pasen toch enige hoop ontstaan. Jezus verscheen hen keer op keer, soms heel vaag – zij herkenden hem dan niet – soms heel concreet – zij mochten zijn wonden aanraken. Maar toen hij definitief achter de wolken was verdwenen, zochten zij steun bij elkaar. Wat nu? “Vurig en eensgezind wijdden zij zich aan gebed” staat er. Waarvoor zouden zij bidden? Waar ging hun verlangen naar uit?

Bidden is best een ding. Kerkvaders leren ons dat bidden toch vooral een oefening is. Je moet de praktijk onderhouden. Maar als we eerlijk zijn, komt ons gebed pas echt op gang als wij niet meer weten hoe het verder moet. In die zin is er in de wereld voldoende aanleiding om regelmatig hartstochtelijk te bidden, maar misschien heeft u met name in de afgelopen tijd die behoefte gevoeld. Omdat wij geen uitweg meer zagen uit onze eigen situatie of uit die van anderen. En waar ging uw verlangen dan naar uit? Waar zou u dan voor gebeden hebben?

Uit het verhaal voor de kinderen hoorden wij net dat koning Salomo ook bad tot God. En dat hij wijsheid vroeg. Geen wereldse zaken zoals welvaart of een lang leven, maar iets waarmee hij zijn volk kon dienen. Zo denk ik dat ook de volgelingen van Jezus niet baden om zijn terugkeer of om herstel van wat eens was, maar dat zij baden om kracht. Wat mensen zeggen als bidden ter sprake komt, is het kracht waar ook wij om bidden, vooral in situaties waarin wij het niet meer weten.

Kracht waartoe? Waarvoor zou u kracht willen krijgen?

Uit het Pinksterverhaal kun je afleiden dat de apostelen – “de uitgezondenen” is de betekenis van het woord – hebben gebeden om kracht om naar buiten te treden en het werk van Jezus voort te zetten. Kracht om Gods koninkrijk voor te leven in woord en daad. Kracht om hun angst te overwinnen en Gods liefde in de wereld te brengen.

Jezus’ volgelingen waren tot dan toe ontvangers. Om tot hun dadenkracht te komen op het Pinksterfeest hebben zij een diepgaande geestelijke ontwikkeling doorgemaakt.

Een ontwikkeling die ik terugzie in de symbolen van ons eigen Pinksterraam, een glas in lood kunstwerk waar Vrijburg trots op kan zijn. Niet alleen omdat het raam op prachtige wijze symboliseert wat er twintig eeuwen geleden is gebeurd, maar ook omdat het inzicht kan geven hoe onze eigen geestelijke ontwikkeling zou kunnen zijn.

Het begint met ontvangen. De donkere kleuren onderin het raam duiden de aarde aan, waarop Jezus is rondgegaan en de goede boodschap heeft verkondigd: een leven vanuit Gods liefde.

Dan het grote verlies. Goede Vrijdag wordt weergegeven door een doornenkroon, symbool voor lijden en dood. Het houvast, dat waar je je bestaan op hebt gebouwd, dat verlies je.

Boven het grote verlies zien we de opstanding. Pasen wordt gesymboliseerd door een wit kruis, een leeg opstandingskruis. De volgelingen, wij, merken dat lijden en verlies niet het einde betekent. Je kunt door na Pasen.

En zo kan na verloop van tijd – met Pinksteren – nieuw leven ontstaan. En hoe! In het Pinksterraam slaan de vlammen uit het opstandingskruis. Die vlammen herstellen niet het oude, dat wat eens is geweest. Het zijn de vlammen van de loutering dat het grote verlies met zich meebracht. De vlammen stijgen boven het kruis uit. Het is het vuur van de Geest.

Er is nu ruimte voor nieuwe kracht, nieuw leven.

Onze blik wordt verder omhoog geleid vanaf het opstandingskruis, via het Pinkstervuur naar de witte cirkel boven in het raam, het Rijk van God. Het wit verenigt alle kleuren. In Gods koninkrijk verstaan alle mensen elkaar, hoe verschillend zij ook zijn. Daar heerst Gods liefde.

Jezus’ volgelingen spreken in vreemde talen, zo luidt het verhaal, en iedereen kan het verstaan. Gods Geest geeft mogelijkheden die je eerst niet had. U kent wellicht momenten waarop u iets kon wat u niet had verwacht. Alsof je het zelf niet doet, maar dat het door jou heen gedaan wordt. Ik geef u een voorbeeld uit de sport. Als je goed tennist, moet je doorslaan. Niet beheersen, maar risico’s durven nemen. Met intuitief vertrouwen leg je dan de ballen links en rechts tegen de lijnen aan, zonder vertrouwen sla je ze ruim uit of als je te voorzichtig bent, word je afgestraft.

Richard Krajcek zei na zijn Wimbledon overwinning: Ik tenniste niet zelf, ik werd getennist.

Pinksteren gaat over vertrouwen, niet over beheersing. Het gaat over je laten leiden door je bevlogenheid en niet door je angsten. Angst slaat je dicht en dooft jouw vuur. Maar als je je durft over te geven aan je bevlogenheid, in een intuitief vertrouwen dat Gods liefde jouw draagt, dan kun je het oude achter je laten en leef je een nieuw leven.

Dát deed wat met de toehoorders daar in Jeruzalem. Aan zo’n enthousiasme en aan zo’n visioen ga je niet onaangedaan voorbij. Velen van hen lieten zich dopen. Zij wilden dat óók, een nieuw leven in Gods liefde.

Ook wij weten wat dat is, leven in Gods liefde. Ook wij zijn ontvangers geweest, wij hebben de woorden en daden van Jezus ontvangen. Ook wij moeten zonder zijn fysieke aanwezigheid ons leven leiden. Laten wij ons ook niet langer tegenhouden door onze angsten, maar laten wij luisteren naar ons innerlijke appèl, zegt het Pinksterverhaal. Durf te geloven in een goddelijke toekomst, waarin ieder elkaar verstaat. Laat de Geest door je heen waaien. Richt je op Gods liefde!

gepubliceerd op 30 mei 2020



Alle columns