Melancholie, #313

door Vrijzinnige Miniaturen

Geschreven door Sarah Gantzert
Voorgelezen door Gert van Drimmelen
Geluidsmontage Seth Mook
Thema: Onvrede
10 september 2024
Titel: Melancholie

Melancholie

Claude Monet schildert in 1867 ‘De Tuin van Sainte Adresse’: We zien een zonnige tuin, elegante dames met een parasol en deftig geklede heren. Ze kijken uit over zee. Op de voorgrond een zeilboot. Aan de horizon varen duistere stoomschepen met veel rook. Wat een contrast met die idyllische tuin…Het ziet er onheilspellend uit. Oorlogsschepen? Op weg waarheen?
Hier aan de Middellandse Zee, op het strand in de baai van Le Racou is het ’s morgens vroeg nog stil. George en ik vallen in het niet op het nog lege strand. Een visser heeft een hengel uitgegooid om een heel klein visje te bemachtigen. Vanmorgen is er geen wind en er is nauwelijks deining. De opkomende zon spreidt een licht gouden sluier over het water. De horizon is vaag: de zee gaat over in de hemel.
In het water dein ik zachtjes mee met het ritme van de golven. Helemaal alleen of liever één.

Daar: aan het einde zie ik duistere silhouetten langzaam, geluidloos voorbijgaan. Het zullen toch geen oorlogsschepen zijn? Amerikaanse kruisers zijn actief aan de andere kant van deze zee. Het is hier een geprivilegieerde uithoek. Geen achtergelaten rubberbootjes met lekke zwemvesten op het strand.

In zee ben je verbonden met alles wat erin leeft. Ik zwem in hetzelfde water als de kinderen van Gaza, die verkoeling of misschien veiligheid zoeken in die zee. Volgens een recent rapport van de VN worden 500.000 van hen direct bedreigd met de hongerdood. Het is ongetwijfeld een onderschatting. In 1973 mochten we Israël nog aanspreken door geen sinaasappels van ze te kopen. Als je nu iets zegt …
Op het strand van Sebastopol, op de Krim, worden kinderen gedood door fragmentatiebommen.

Hoe kan je verder met dit weten?
Een malaise, die duurt, wordt een ziektebeeld. Een treurnis die een levenshouding wordt….
Dat heet melancholie.

Le Bon Roi René, koning van Sicilië in de vijftiende eeuw, schrijft daarover. In zijn hoofse roman
‘Livre du Coeur d’Amours Espris’, vertaald : Het boek over het hart door liefde bevangen. Hierin ontmoeten twee ridders, Coeur en Désir, Melancholie. Ze woont aan een stroom, waarvan het water troebel is: de Beek der Tranen in het Dal van de Diepste Gedachten.
Melancholie brengt niemand voordeel.
De ridders vragen haar om wat te eten: zij werpt hen een stuk grauw brood toe. Niet uit medelijden, want dit brood is nog niemand goed bekomen. Het is gebakken uit deeg van graan dat Harde Nood heet, vermengd met water uit de Beek der Tranen.
Op haar aanwijzing trekken Coeur en Désir verder en komen bij de ‘Pas Perilleux (gevaarlijke overtocht). Daar ontmoeten ze een andere ridder, Soucy (verdriet). Hij houdt iedereen die Liefde zoekt tegen. Gelukkig worden ze begeleid door Espérance, de Hoop, die het gevecht dat ontstaat in hun voordeel beslecht.
Coeur en Désir kunnen verder, Melancholie speelt geen rol meer.
De allegorie heeft geen verdere uitleg nodig. Een staaltje Middeleeuwse psychologie die niets aan inzicht heeft ingeboet.

In Le Racou staat de zon nu hoog; de beweging van de golven reflecteert het licht in tienduizendvoud. Het is een feest van stralende sterren die dansen op het water. Zelfs aan de horizon, in het kielzog van de zwarte schepen schitteren in lange slierten duizenden lichtjes.

Op mijn hoofd een breed gerande zonnehoed om mijn bleke en kwetsbare huid te beschermen tegen het felle licht, ga ik op weg naar de koffie.

Argelès sur Mer 30/06/2024

gepubliceerd op 10 september 2024



Alle columns